Op het strand bij Calais maakt een vluchteling zich klaar om het Kanaal over te zwemmen, zijn toekomst tegemoet. Op de krijtrotsen aan de overkant neemt een (transseksuele) vrouw afscheid van het leven; nog even en ze springt haar einde tegemoet. Tussen de twee ontstaat een verrassende dialoog: hun lot blijkt sterker verbonden dan gedacht.
In tegenstelling tot wat je zou vermoeden, is dit geen triest verhaal, maar vormen de twee monologen samen een ironische tragikomedie. Weliswaar wrang en maatschappijkritisch, maar nooit somber.